Er was eens een Duitser die overliep van energie. Maar de Engelsen wilden hem nie.

Ik woonde ooit in een zandkasteel, maar het stofzuigen was gedoe. Nu woon ik in een luchtkasteel.

Marco spoelde het bandje terug, Blue Monday knalde uit de boxen. ‘Dat kan ik ook’, dacht hij. ‘Maar voor mij voelt vandaag rood’.

‘Ik wou dat ik een huisdier had’, zei de goudvis. ‘Een cavia of zo. Om te aaien’.

Je kan je afvragen wie er eerst was: de kip of het ei. Volgens de scheidsrechter ging de omelet als laatste over de finish.

Hij sloeg, mepte en stootte. Terwijl de geur van bloed en zweet haar omhelsde, besefte ze hoe zwaar ze viel voor hem.

Ooievaars zijn de grootste afnemers van oordopjes.

‘Soms is geluk een kwestie van bijna’, dacht de astronaut, vlak voor hij door een minuscuul stuurfoutje opgezogen werd in een gigantisch zwart gat.

Van alle kermisattracties zijn achtbanen het vaakst terug te vinden bij de psycholoog. De ups en downs, weet je wel.

Er was eens een meisje dat stikte van het zelfvertrouwen. Eerst werd ze blauw en daarna koud.