Ik wou dat ik een vogeltje was, dan hoefde ik nooit mijn voetjes op de grond te houden.
Ik wou dat ik een vogeltje was, dan hoefde ik nooit mijn voetjes op de grond te houden.
“Hoe heet je?”, had hij eindelijk gedurfd. Ze reageerde nogal koeltjes en spuugde wat ijsblokjes uit. Hoe heet hij haar ook vond, de oven vroeg nooit meer hoe de koelkast heette.
Als woorden op een afstand blijven, zit de dichter in problemen.
‘Ik sta in vuur en vlam’, zei de brandweerman.
Ze kuste als fluweel en het was walgelijk. De pluizen plakten tegen zijn huig en zijn tong voelde als een stofzuiger.
Carrière-advies voor boten: vaar vlotjes
Handschoenen die op de weg liggen, zijn niet verloren. Ze emigreren naar warmere oorden. De Bahama’s of zo.
Je moet niet spelen met de ballen van jongleurs, dat is hun zwakke plek.
Tapdansers lusten alleen maar bier van de …
Als je glimlach van je gezicht verdwijnt, waar gaat die dan heen?